Geschiedenis
De oprichting van de nieuwe Parochie Heilige Augustinus is voor de geloofsgemeenschappen van Vlijmen, Haarsteeg, Vliedberg en Nieuwkuijk, historisch gezien, een grote stap. Het maakt een einde aan het bestaan van afzonderlijke parochies, waarvan het ontstaan meer dan 700 jaar teruggaat.
De oudste bronnen, waarin sprake is van een christengemeenschap in deze streek, gaan terug naar 1134, toen Folkert van Berne een abdij stichtte te Berne, ten noordoosten van de stad Heusden aan de Maas. De kloosterlingen van deze abdij leefden volgens de regel van de H. Norbertus van Gennep. ‘Als monnik verbonden zijn met je communiteit en tegelijk actief zijn in het pastoraat’ , behoort tot de doelstellingen van de Norbertijnen. De Norbertijnen volgen de leefregel van de heilige Augustinus, die hen voorhield ‘dat een geloofsgemeenschap een dynamisch gebeuren is en niet zozeer een instituut. De kracht van de gemeenschap is de kracht van de liefde. Deze kracht kan immers niemand weerstaan.’
Norbertijnen
Bij een transactie tussen de abdij van Berne en het kapittel van Sint Jan in Luik in 1285, gaat het patronaatsrecht (het benoemingsrecht van pastoors) van de parochies Hedikhuizen, Engelen, Vlijmen en Elshout over naar de abdij van Berne. De streek ten zuiden van de Maas behoorde in die tijd tot het bisdom Luik. Het is dus niet verwonderlijk, dat hierover vanuit Luik beslist werd.
Vermoedelijk is er rond 1260 een stenen kerk gebouwd in Vlijmen, ter vervanging van een houten kerkje. De toren van de huidige Grote Kerk in Vlijmen is nog een restant van de eerste stenen kerk.
Engelen en Vlijmen deelden aanvankelijk hun pastoor, maar in 1481 worden beide parochies van elkaar gescheiden. Vanuit de uitgestrekte parochie Hedikhuizen, krijgt Bokhoven in 1369 een eigen kerk en een Norbertijn als pastoor. Een ander deel van de bevolking van Hedikhuizen woont in Haarsteeg, dat aanvankelijk alleen een kapel krijgt. Na het verlies van het kerkgebouw in Hedikhuizen aan de reformatie, in 1610, vestigt zich omstreeks het jaar 1700 weer een Norbertijn in Haarsteeg, die het pastoraat voor de hele parochie Hedikhuizen voortzet. Pas In 1846 worden beide parochies officieel van elkaar gescheiden.
Iedere tijd kent zijn uitdagingen en moeilijkheden, maar tijdens de reformatie worden pastoors en parochianen van de Norbertijner parochies in deze streek ernstig op de proef gesteld. In 1579 wordt de abdij van Berne verwoest en vluchten de monniken naar Den Bosch. Nadat deze stad door de Staatse troepen wordt ingenomen in 1629, blijven de Norbertijnen, vaak in het verborgene, actief als parochiegeestelijken in deze streek. Pas in 1857 wordt de abdij heropgericht in Heeswijk.
De ‘Bernse’ parochies – uitgezonderd Bokhoven – liggen in de 16e eeuw in het gewest Holland, waar de reformatie domineert en de katholieke geloofsuitoefening onder druk staat. De overredingskracht van de Norbertijnen op de katholieke gemeenschap moet groot geweest zijn. Ondanks tegenwerking van de protestantse overheid – in 1610 vervallen alle kerkgebouwen aan de Staten van Holland – die ze ter beschikking stelt voor de protestante eredienst – blijft zo’n 90 % van de bevolking katholiek.
Nieuwkuijk
In het Brabantse deel van de Langstraat zijn Norbertijnen uit Tongerlo actief in de zielzorg. In 1233 schenkt hertog Hendrik I aan deze abdij het patronaatsrecht van Drunen, Waalwijk en Loon op Zand.
De oudste bron over het bestaan van een kapel in Nieuwkuijk gaat terug tot 1441. Nieuwkuijk behoort dan nog tot de parochie Drunen. De Nieuwkuijkse kapel komt in 1648 op last van de Staten Generaal aan de protestanten. In 1676 wordt Nieuwkuijk officieel afgescheiden van de parochie Drunen en tot een afzonderlijke parochie verheven. De abdij van Tongerlo krijgt het benoemingsrecht van Nieuwkuijk. Men sprak van ‘een Witte Linie’ van Norbertijner pastoors, die in de 16e en 17e eeuw de Reformatie tegenhield in haar opmars naar het zuiden. In genoemde plaatsen bleef de bevolking overwegend katholiek.
In 1796 sluiten de Fransen in de Zuidelijke Nederlanden de Norbertijner abdij van Tongerlo. De laatste, door de abdij benoemde pastoor van Nieuwkuijk, is Wilhelmus Goijarts. Als deze in 1821 overlijdt, vervalt het patronaatsrecht voor Nieuwkuijk aan het vicariaat Den Bosch.
Haarsteeg
Na de ‘Schuurkerkentijd’ brengt de Franse tijd ‘verlichting’ voor onze geloofsgenoten.
In de Bataafse Republiek gaat men uit van het principe van scheiding van kerk en staat en de katholieken worden voortaan gelijkberechtigd in de uitoefening van hun godsdienst.
In Haarsteeg krijgt het kerkbestuur in 1788 toestemming om een nieuwe kerk te bouwen.
Het zit de parochianen in Haarsteeg niet mee. Een dijkdoorbraak in 1795 zorgt voor grote schade aan het gebouw. Groter zijn de gevolgen van de dijkdoorbraak in 1799. Enige tientallen huizen, het gemeentehuis, de pastorie en de kerk worden ‘geheel verdelgd’ door het water en ijsschotsen, die met het water worden meegevoerd. Hierbij komen ook twaalf Haarstegenaren om het leven. IJverig begint men met het herstel van de verwoeste kerk en anderhalf jaar later, in augustus 1800 kan het gebouw weer in gebruik genomen worden als kerk.
Het noodlot achtervolgt echter de Haarsteegse kerk. Op 9 november 1800 raast er een geweldige storm over de streek. Het pas gerestaureerde kerkje is hier niet tegen bestand en stort volledig in.
Voor de vierde maal wordt nu een kerkgebouw opgericht en in gebruik genomen. Dit kerkje heeft bestaan tot 1873, toen de nu nog bestaande Lambertuskerk werd ingezegend. In het voorportaal van de huidige kerk herinneren enkele ‘eerstesteenleggingen’ aan deze ongelukkige tijd.
In 1798 krijgen de katholieken van Nieuwkuijk weer de beschikking over het bestaande (protestantse) kerkgebouw. In 1824 wordt dit gebouw verhoogd en verbreed.
Deze kerk is dienst blijven doen tot oktober 1875, toen de nieuwe neogotische parochiekerk van architect Weber in gebruik genomen werd.
In Vlijmen bouwt men in 1805 op het huidige Norbertusplein een nieuwe kerk, die afrekent met ‘de schuurkerk’. Dit gebouw zal dienst blijven doen tot 1866, toen het huidige neogotische kerkgebouw van architect van Tulder gereed kwam.
Katholieke emancipatie
Na 1850 komt de emancipatie van de katholieken goed op gang. Na de heroprichting van de bisdommen in Nederland, neemt menig pastoor het initiatief om te komen tot de bouw van een passende neogotische kerk die recht doet aan het gevoel van emancipatie van de katholieke gemeenschap. Daarnaast wordt ook de zorg voor het onderwijs en de gezondheidszorg door de kerk ter hand genomen
In 1849 vestigen zusters van de congregatie van JMJ zich in Vlijmen om onderwijs te geven en wezen en ouderen te gaan verzorgen. Het aan Franciscus Xaverius gewijde gesticht zal tot 1967 blijven bestaan. In 1874 starten de zusters er een ziekenhuis, waar besmettelijke zieken worden verpleegd. De fraters van Tilburg vestigen zich in 1905 in Vlijmen om het onderwijs aan jongens op zich te nemen.
Met de opening van de Gelukzalige Herman Jozefschool aan de Wilhelminastraat komt het gehele kleuter-en lager onderwijs in Vlijmen in katholieke handen. Met de bouw van een nieuwe kerk en nieuwe klooster- en schoolgebouwen – bolwerken van het Rijke Roomse leven – krijgt de katholieke emancipatie in Vlijmen, Haarsteeg en Nieuwkuijk een gezicht. De zusters Franciscanessen uit Veghel betrekken resp. in 1907 en 1908 een nieuw klooster in Nieuwkuijk en Haarsteeg. Zij nemen de zorg voor het R.K. onderwijs aan kleuters en meisjes voor hun rekening. In Nieuwkuijk nemen zij ook de verzorging van bejaarden in hun gesticht op zich. In Haarsteeg beperken zij zich tot thuiszorg. Dit blijven de zusters doen tot resp. 1960 en 1967, als zij uit Haarsteeg en Nieuwkuijk vertrekken.
Oorlogsschade
Bij de bevrijding in november 1944 wordt het 70 jaar oude neogotisch kerkgebouw in Nieuwkuijk verwoest. De Engelsen schieten begin november met granaatvuur op de toren om te verhinderen dat de Duitsers gebruik zouden maken van dit uitkijkpunt. Nog dezelfde avond steken de Duitsers bij hun vertrek de kerk in brand. In afwachting van een nieuwe kerk wordt er vanaf november 1944 gekerkt in de magazijnen van de firma A. van Mol en vanaf december 1944 in het patronaatsgebouw.
In 1954 wordt de eerste steen gelegd voor de nieuwe kerk, een centraalbouw in de zg. ‘Bossche Schoolstijl ’ , naar een ontwerp van de architecten N. van de Laan en W.A.J. Hansen.
De Nieuwkuijkse parochie kan een beroep doen op het fonds oorlogsschade, maar deze voorziet uit bezuinigingsoverwegingen niet in de bouw van een toren. De parochianen worden gemobiliseerd om de bouw van de toren toch mogelijk te maken. Hiervoor is een torencomité opgericht, onder de naam ‘ de Vrolijke Torenbouwers’ . De acties, die dit comité organiseert, brengen ruim 6000 gulden bijeen. De betrokkenheid van de Nieuwkuijkse bevolking bij de bouw van de toren heeft ertoe geleid dat deze tegelijk met de kerk wordt opgeleverd . Op 20 juni 1955 wordt de kerk geconsacreerd door Mgr. W. Mutsaerts.
Met het neerkomen van een V1 naast de pastorie van Vlijmen in februari 1945, loopt ook de kerk grote schade op en is gedurende een jaar onbruikbaar voor de liturgie. De H. Missen worden in dat jaar beurtelings opgedragen op verschillende locaties in Vlijmen, zoals in een loods van een mandenfabriek.
Wederopbouw
De vooruitstrevende pastoor Serrarens in Haarsteeg breidt na de oorlog de kerk uit met een kapel en tegelijkertijd verwijdert hij het neogotische interieur van de kerk. In Vlijmen bestaan in die tijd plannen om de kerk af te breken en te vervangen door een nieuwe. In hun mening over de plannen zijn de parochianen sterk verdeeld. Te elfder ure wordt het sterk verwaarloosde gebouw in 1975 op de Monumenten lijst geplaatst en volgt een restauratie, die in 1982 wordt afgerond.
Vliedberg
Om de groeiende jonge bevolking van de gemeente Vlijmen na de oorlog huisvesting te bieden maakt de gemeente Vlijmen in de jaren vijftig plannen om tussen Vlijmen en Nieuwkuijk een nieuwe wijk te bouwen, die de naam ‘de Vliedberg’ krijgt. Hier worden woningen gebouwd voor jonge en kinderrijke gezinnen. In het katholieke Brabant van die tijd betekent dit ook de oprichting van een nieuwe parochie, die het samenbindend cement moet gaan vormen van de nieuwe gemeenschap. Op een centrale plaats in de wijk wordt een nieuwe kerk gebouwd in 1961, gewijd aan de ‘Goddelijke Voorzienigheid’. Dit is een verwijzing naar het verhaal van Abraham, waarin hij op de vraag van zijn zoon Isaac, waar het offer is dat men op de berg zal brengen aan Jahweh, antwoordt dat ‘God er op de berg in zal voorzien’. De parochie kent sinds de oprichting slechts twee pastoors. Na het vertrek van pastoor Kamp in 1985, neemt pastoor Schuurmans zijn taak over. Officieel tot 2013, maar tot voor kort ging hij nog voor in de wekelijkse eucharistievieringen in ‘zijn’ kerk.
Na een periode van opbouw en bloei kent de parochie de laatste jaren een gestage terugloop in het kerkbezoek. Het kerkbestuur heeft daarom besloten dat het helaas onverantwoord is om de kleine geloofsgemeenschap op te zadelen met de hoge onderhoudskosten van dit gebouw. Per 15 maart 2015 zal dit kerkgebouw aan de eredienst worden onttrokken.
Ook de andere parochies hebben de laatste jaren te kampen met een krimpend aantal betrokken parochianen en ook het aantal beschikbare pastores neemt af.
Nieuwe tijden
In 1994 neemt pastoor Moons, als de laatste Norbertijn, afscheid als pastoor van Vlijmen en vervalt het benoemingsrecht aan het bisdom. In 2006 vertrekt pastoor Nabuurs O. Praem. uit Haarsteeg. Beide parochies moeten vanaf dat moment samen hun Indiase pastoor Jesudoss delen. Het bisdom stuurt aan op meer samenwerking tussen beide parochies en zo ontstaat in 2008 de Pastorale Eenheid H. Norbertus.
Het bisdom ’s-Hertogenbosch komt in 2010 met de beleidsnota ‘ Groeien in Geloof, geloven in Groei’ Hierin spreekt het bisdom zijn visie uit op de toekomst van de bestaande parochies. Het bisdom wil het aantal bestaande parochies in 2015 terugbrengen naar 57, om zo vitale geloofsgemeenschappen voor de toekomst te waarborgen.
Per dekenaat worden parochies geclusterd en de besturen wordt opgedragen de samenvoeging voor te bereiden. In het najaar van 2013 hebben vertegenwoordigers van de vier parochiebesturen zitting genomen in een projectgroep die de totstandkoming van de nieuwe parochie heeft voorbereid.
Toine Janssen