De beeldenstorm is terug van weg geweest. Nu zijn het niet Maria, Jozef, Franciscus of Antonius die het moeten ontgelden. Nu is het de beurt aan Jan Pieterszoon Coen, Jo van Heutsz, Edward Colston, Leopold II…Omstreden mannen en dus omstreden beelden! Je kunt op een sokkel staan, je kunt in brons zijn gegoten of in steen zijn uitgehakt, nergens ben je veilig voor het oordeel van de geschiedenis. Na jaren, na eeuwen is de stem van je slachtoffers niet verstomd. Er hoeft maar wat te gebeuren aan de andere kant van de wereld en voor je het weet kiepert een boze menigte je het water in of trekt een takelwagen je aan je haren door de lucht. Opeens ben je actueel. Opeens wordt de knie van een witte agent op de nek van een zwarte man in Minneapolis jouw knie. Men herinnert zich de slaven die je verhandelde, men weet nog hoe je handen liet afhakken op de rubberplantages in Congo, men begint over het onthoofden van de stamhoofden van Banda ten behoeve van de nootmuskaathandel,…Nee, de geschiedenis is nooit van vroeger want in die geschiedenis, in dat verleden ligt de wortel van de huidige ongelijkheid en discriminatie. Dat weten niet-witte mensen in de VS, dat weten ze ondertussen ook in Europa.
Wat we hiervan denken? Figuren uit voorbije eeuwen langs de huidige meetlat leggen, blijft moeilijk. Onze waarden en normen waren niet de hunne. Het is goed om alle dingen in hun tijd te zien. Echter, de tijd maakt niet alle dingen goed. Binnen een context kun je bepaalde verbanden scherper zien maar een mensenleven blijft wel een mensenleven. Daar valt niet aan te tornen. De Verlichtingsfilosoof Immanuel Kant zei ooit: “Gebruik de mens nooit als middel maar zie hem altijd als doel”. Ik betwijfel of Leopold II Kant gelezen heeft. Eerder Machiavelli denk ik: “Het doel heiligt de middelen.”
Ooit werden “vaderlandse helden” op een sokkel geplaatst. Ze zijn erop gezet door een generatie die anders dacht over de geschiedenis dan wij. Het oprichten of omverhalen van standbeelden is dan ook een nooit eindigend debat over het verleden van een volk. Laten we dat debat wel met waardigheid voeren. Niet door beelden te bekladden en kapot te slaan. Uiteraard is het verleden nooit éénduidig en vlekkeloos. Echter, met het neerhalen van (anti-) helden verdwijnt dat verleden niet. Telkens weer dienen we onze geschiedenis te herlezen, ons beeld ervan te corrigeren, te nuanceren. Geschiedenis is immers nooit van vroeger. Ze is van vandaag. Standbeelden van vroeger kunnen ons uitnodigen om vandaag tot bezinning en reflectie te komen. Om te groeien in respect voor hen die er anders tegen aankijken, die gekwetst werden in hun waardigheid. Zij verdienen van onze kant erkenning, een welgemeend excuus. Maar de eigen geschiedenis wissen lijkt me geen goed plan. Immers, wie in de toekomst goede dingen wil doen, moet wel kunnen leren van zijn fouten uit het verleden.
Tot slot. In deze dagen keek ik met regelmaat naar het grote heilig Hartbeeld vóór de Vlijmense kerk: Jezus die zijn armen wijd opent en zijn hart toont. Ooit, in de jaren twintig van de vorige eeuw, is dat beeld op de sokkel gehesen. Door een andere generatie met een andere beleving van het geloof. Mag het er blijven staan? Ja. Waarom? Omdat meer dan ooit ook Jezus’ geschiedenis niet van vroeger is. Ze is een uitdaging voor ons vandaag: hart hebben voor elkaar, dat concreet in beeld brengen en zo leren samen leven. Geen heersers en slaven, geen mensen die elkaar uitbuiten of leeg zuigen. Niemand heilig verklaren tenzij die Ene die ons aan elkaar schenkt als gelijken, als broeders en zusters. Zijn geschiedenis, zijn boodschap is echt niet van vroeger. Ze is voor vandaag. Voor morgen. Ze is te doen.
David Lebrun, pastoor parochie heilige Augustinus